Gisteren was ik opnieuw op Schiphol. Niet om zelf op reis te gaan maar om Kiki, een hond uit Turkije, op te halen. Niet mijn hond maar de hond voor M. Een ware belevenis. Verzamelen bij het Checkpoint waar allerlei mensen rondlopen met bordjes en ons verlangend aankijken. Zijn wij misschien de gasten die ze moeten ophalen. Nee. Wij zoeken naar een bordje met ‘KIKI’, maar niets daarvan. We wachten vol ongeduld, onderhand de anderen monsteren: ‘zijn zij ook van de hondenophaalbrigade, zien ze er aardig genoeg uit, hebben ze een riem en snoepjes en water?
Op de afgesproken tijd komt de mevrouw van Stichting Aai met de paspoorten en contracten voor de nieuwe baasjes en daarna lopen we naar de aankomsthal. Ik kijk naar de gezichten van de mensen en bij iedereen zie ik een ingehouden verlangen naar liefde en hoop. Ze zijn blij om wat komen gaat. Ik weet te weinig van Stichting Aai om hier uitvoerig te beschrijven maar zij zorgen er voor dat honden in het buitenland, zwerfpuppies, opgevangen worden. Daarna zoeken ze een goed huis voor ze. M. is een goed huis.
Een hondje mocht de vlucht gewoon meemaken vanuit de cabine en is al eerder uitgechecked. Kwispelend begroet zij ons. Ik ben meteen verliefd op Lady Pamela. Het is dat Lord Bas nog al op zijn eigen is, anders…
Niet veel later arriveren de andere honden. In hokken vervoerd hebben ze de reis van hun leven achter de rug. Ze hebben geen idee waar ze terecht komen en kijken alles gelaten aan. Kiki gaat mee in de auto en op de achterbank lijkt ze een rustig teefje van acht maanden. Lief en klaar voor de warmte die ze gaat ontvangen. En ik voel me betrapt. Hoe vaak ik niet heb gezegd: ‘ach, kijk nou toch, wat een lieverd’.
Door de hondenmand gevallen. Ik ben een watje.
1 reactie
oooo lief