Sinds ik voor mezelf ben begonnen loop ik tegen een karaktertrekje op van mezelf dat ik toch niet goed kende. In ieder geval waren er altijd omstandigheden die ervoor zorgde dat het niet zo opviel. Collega’s bijvoorbeeld.
Een enkele collega zei wel eens: ‘Bij Anja is het altijd een rommel op haar bureau’. Ik kon daar dan best wel trots bij kijken want het was wel mijn rommel en ik wist (bijna) precies waar alles lag.
Mijn werkkamer
Ik dacht echt net, ik maak een foto van mijn werkkamer om jullie te laten zien hoe het er nu voor staat. Mijn kamer is immers geen flexplek dus ik kan alles achterlaten zoals ik belief. Maar die foto… ik kan het jullie maar vooral mezelf niet aandoen. Mijn hele imago krijgt een deuk van jewelste. Dus ik heb me gek gezocht naar een foto van een puinhoop die nog erger is dan die van mij.
Wat ik op mijn eigen foto zag was gewoon triest. Overal liggen papieren met aantekeningen die ik nodig heb voor ’t een of ander. Er zijn wel opbergmapjes maar die liggen er net zo rommelig bij als de losse rommel op mijn bureau. Er liggen boeken ‘voor de grijp’. Boeken waar ik iets uit wil halen ter overdenking of ter inspiratie. Er ligt wat af is en wat nog niet af is.
Digitale troep
Digitaal is het eigenlijk niet anders. Mijn mappen puilen uit van versie 1, versie 1.1, versie definitief, versie DEF, versie NU ECHT DEF en Laatste versie. Stonden ze dan nog bij elkaar in 1 map maar nee, ik maak allemaal mappen met namen die zo op elkaar lijken dat ik het zelf vergeet. Bijvoorbeeld ‘huiswerk cursisten’ en ‘cursistenhuiswerk’. Mijn digitale bureaublad is er erger aan toe dan mijn fysieke.
Opruimen
En ik neem me voor om op te ruimen. Eerst die klus afmaken en dan gaat het gebeuren. Wat lijkt het me heerlijk om een kamer binnen te komen waar het bureau leeg is, de kasten netjes ingedeeld, mappen met inhoud die kloppen met de titel van de map, stapeltjes van nut. Zou dat niet mooi zijn: stapeltjes van nut te hebben?