‘Jij moet pijp gaan roken’, zegt de man. ‘Dan ben je een type’.
Ik kijk hem vragend aan, waarom zou ik pijp moeten roken en hoe maakt mij dat een ’type’?
De man van de workshop had eerder op de dag geïnformeerd naar mijn tatoeage-tekst op mijn rechter onderarm. Ik leg hem de tekens uit. Hij wil ook van alles weten over mijn elektrische sigaret. Hoe dat is, hoe het bevalt. Zowel mijn tatoeage als mijn elektrische sigaret bevallen bijzonder goed, ik zou beiden niet willen missen.
En bij het weggaan zegt hij dus dat zinnetje over pijp roken. Ik vraag hem wat het verschil is met het apparaat dat ik in mijn handen heb, ook niet al te onopvallend. ‘Je houdt het vast als een pijp’, zegt hij, ‘daarom’.
De man schrijft of wil ‘fantasy’ schrijven dus misschien moet ik dit raadsel binnen het genre zoeken. Of ben ik zijn type? Of ben ik een type vrouw waar hij een boekje over open kan doen? Ik mijmer over de mogelijkheid dat ik misschien een personage word in zijn boek. De tatoo-vrouw met pijp of de dampende tatoovrouw. Feit is dat niemand maar dan ook niemand mij ooit een typ heeft genoemd. En dat ik niet weet of het een compliment is of niet. Als ik lees wat ik in google vind, vrees ik het ergste…
Een type is een vrij eendimensionaal karakter (Engelse term flat character), dat geen ontwikkeling kent en voor altijd vastgelegde eigenschappen heeft.