Je was een beetje boos

Dat denk ik. Je was boos. Je was woedend. Weer een bekeuring op diezelfde klote plek als laatst.
Je haat Voorschoten toch al dus dit kan er nog wel bij. Net je vrouw beloofd dat je echt beter op zou letten. Er is geen geld meer voor gekkigheid.
Je struint het internet af op ‘stoom afblazen’. Je vindt ‘bommetje boem’. Je maakt het zelf. Je wraak zal zoet zijn. Zaterdagnacht ga je er op uit. Je vrouw slaapt, je sluipt het huis uit.

Je wordt zelf wakker van de klap. Je vrouw ook. Ze kijkt je slaapdronken aan. Zelf ben je ineens klaarwakker. “Ga maar slapen”, zeg je tegen je meisje, “er is niets”.
Dit had je niet verwacht. Dat ‘ie echt af zou gaan, zo’n klap. Met een glimlach zoeter dan je wraak slaap je in.
Je vrouw vertelt het je. “Jij zei toch dat er niets was vannacht?. Het was een bom, een of andere lamzak heeft een bom aan een flitspaal geplaatst. Een zwaargewonde en twee lichtgewonden. Wie doet zoiets?”

Je voelt je niet lekker. Je meldt je ziek.