Ik schrijf liedjes voor een vrouwenkoor. Opmerkingen van een enkele bezoeker naar aanleiding van die teksten: ‘Goh, heeft A last van ouder worden, zit zij er mee?’
Mijn mond valt open: ik? Maar ja, wie anders schrijft die teksten, ik kan niet zeggen dat ze per ongeluk zijn ontstaan. Oeps. Ik smeer net mijn gezicht in met een wonderfaceliftmiddel uit Zakynthos, dat waarschijnlijk hier voor veel minder te koop is, en durf toch te beweren dat die rimpels iets minder rimpelig uitvallen. Ook niet gek want die smurrie trekt mijn gezicht zo strak alsof je een condoom over je gezicht trekt, wat ik nooit heb gedaan dus geen idee hoe ik hier nu weer opkom.
Punt is: ik verbaas mezelf over mijn eigen truttigheid rondom ouder worden. Ik voel mijn stramme, stijve spieren en weet bijna niet meer wat het is om een goed, lekker lijf te hebben. God dank heb ik echt een kunstknie waar ik heel veel mankementen op af kan schuiven maar zonder KK zat ik waarschijnlijk net zo wankel in elkaar. En het is niet leuk. Ik fantaseer over wat opknapklusjes maar de lijst wordt eindeloos.
Dit stuk gaat niet eens over ouder worden maar over jezelf heel slecht kennen. Heb ik nu al die jaren gespeeld dat het uiterlijk me niet zo veel kan schelen, dat het om een binnenkant gaat die goddelijk mooi is maar het in mijn geval ook niet is? Ik vrees van wel en ik begrijp het ook. Soms zijn dingen te pijnlijk om helemaal tot je door te laten dringen. Het mooie van ouder worden is dat je echt nooit te oud bent om te leren. Er is nog tijd genoeg om het leven en lijf te omarmen, om dankbaar te zijn omdat ik weet dat er ergere dingen zijn om je druk over te maken.