Ik kijk momenteel naar het WK darten. Ik schreef al eens dat je om een goede darter te zijn minimaal over enkele basis kwaliteiten moet beschikken: niet mooi zijn (lelijk moet), niet dun zijn (dik zijn moet) en je moet n staat zijn om naast het goed richten van de pijlen je te uiten met gebalde vuisten en een bekkentrekkerij waardoor de tegenstander op de loop gaat.
Maar ik mag niet zeiken nu want ik kijk en toch wel met enige spanning. Het is ook knap hoe ze onder die druk toch het pijltje daar weten te krijgen waar het moet komen om te winnen. Maar darten wordt ook voor-, tussen- en nabeschouwd. En vind ik het al hinderlijk bij voetbal of bij hockey, daar komen ten minste nog technische zaken om de hoek kijken, zit er een aanvalsplan achter een opstelling of speelwijze. Maar bij darten?
– wat denk je wat hij nu moet doen, hij staat 1 set achter?
– ik denk dat ‘ie zich moet focussen
– denk je echt dat hij dat moet doen?
– ja, focussen en beter richten
– maar hoe doe je dat, heb je een tip voor hem?
– ja, ogen toeknijpen en je focussen op de tripple twintig
– als dat is waar je het pijltje wilt hebben natuurlijk
– natuurlijk, dat is het belangrijkste. Dat je het doel voor ogen houdt.