‘Hoe voel je je nou?’
‘Zag je het aankomen?’
‘Neem ons een mee naar die laatste meters’
‘Wat ging er toen door je heen?’
‘En nu, stoppen?’
‘ligt de oorzaak misschien…’
Je hebt je de pleuris gewerkt, getraind, afgezien, jaren lang je lichaam uitgedaagd tot meer en meer, tot het onmogelijke. Je hebt jezelf opzij gezet voor dat ene moment waarop het allemaal moet samenkomen. Dat ene moment dat 10 seconden gaat duren. En dan ben je een paar honderdste van een seconde te laat. Sneller dan een tel, minder dan een oogwenk. Je haalt het niet.
Daphne Schippers en Ranomi Kromowidjojo. En dan staat er als je de baan afstapt, het zwembad uitstapt, zo’n vreselijke sportjournalist die je gaat vragen hoe je je voelt.
‘Sodemieter op idioot met die achterlijke vragen, kloothommel met je uitgestreken gezicht en het analytisch vermogen van een blinde darm. Rot op met je quasi intelligente vragen en je inlevingsvermogen van een mol.’
Dat zou je willen zeggen. Maar ook dat heb je geleerd. Je huilt. Je bent kortaf. Maar je zegt: ‘Ik was gewoon niet goed genoeg’.