Jan Roos was gisteren te gast bij Pauw & Jinek. Jan Roos, de lijsttrekker van Voor Nederland, die ik in gedachten altijd zie met dat idiote matrozenpetje op zijn blije hoofd waarmee hij het referendum over de Oekraïne wilde binnenhalen.
Het valt niet mee. Je komt uit de satirische?, komische?, lollige? hoek, en je bent ineen politicus. In programma’s en tweets zet je op een onfatsoenlijke manier mensen te kijk, maakt homo’s belachelijk, grijpt een vrouw in haar borsten en vraagt dan met die sullige glimlach waarom ze zo kinderachtig reageert.
En dan heb je het een jaar later over de vrijheid in Nederland. Over de waarden en normen. Vertelt bijna huilend dat homo’s in Amsterdam niet meer hand in hand over straat durven lopen. Jan Roos, als ik jou tegen zou komen in Amsterdam terwijl ik met Vriendin hand in hand over straat wandel, dan zou ik haar loslaten. Om niet door jou gekwetst te worden met makkelijke grappen en onwaardige ‘kijk mij nu toch een durven-dingen’.
Je werd neergesabeld bij Jinek en door Jinek omdat je niet durft toe te geven dat je eerdere grapjes inderdaad makkelijk waren. Kwetsen om te kwetsen. En, ik heb het al eerder geschreven, op mij maak je pas indruk als je je fouten durft toe te geven. Je hoeft niet perfect te zijn. Zeg gewoon: ‘Ja, dat maakt het nu lastiger om nu serieus genomen te worden, dat begrijp ik wel, daar ben ik zelf verantwoordelijk voor. Maar ik geloof wel degelijk in onze vrijheid’.
Je baalt van al die draaiende politici en je zegt: ‘Ik ga er met een rechte rug in en zal de Kamer met een rechte rug verlaten’. Ik zie geen rechte rug bij je. Ik zie een stampvoetend etterbakje dat zijn gelijk wil halen.