Ami is nu ruim twee jaar. Een jonge hond nog vinden wij. Ami denkt daar anders over en wat je uitstraalt, dat krijg je terug.
Het liefste wat Ami doet is eten en slapen. Ik begrijp dat wel. Maar zie het toch liever anders. Als we gisteren met Ami naar het veldje lopen, bal mee om te spelen, zijn daar al wat honden uitbundig met elkaar aan het rollebollen. We sporen onze puber aan om mee te doen. Maar Ami kijkt wel uit. Op veilige afstand, als heer en meester in het veld, bekijkt ze het gepeupel: aan mijn lijf geen polonaise.
En als ze bij toenadering haar bovenlipje optrekt is er ook geen hond meer die met haar die polonaise wil lopen.
‘Is al oud zeker’, zegt het trotse vrouwtje van een blij en springend veulen.
‘Nee’, zeggen wij gekwetst, ‘ze is twee’.
蛙の子は蛙
Vriendin en ik besluiten om voortaan te zeggen dat Ami een oude ziel is. Alle Shiba’s eigenlijk. Dan halen we er allemaal Japanse wijsheden bij als Kaeru no ko wa kaeru (蛙の子は蛙) dat zoveel betekent als ‘Het jong van een kikker is een kikker’. Die klinkt zo diep filosofisch dat menigeen zwijgend zal knikken om daar later nog eens over na te denken.
Maar wij denken dus dat er iets fout is gegaan tijdens het reïncarneren. Zij kwam niet terug als jonge hond maar als oude hond met een jong lichaam. Soms zie je haar ook opeens springen en er zelf verbaasd over zijn. ‘Verhip, dat ik dat kan’.
Balletje, balletje
Als wij, Vriendin, ik, hond, samen lopen is het ook best een raar gezicht. Vrouwtje 1 gooit de bal weg. Vrouwtje 2 gaat er achteraan. Om de doodsimpele reden dat Hond dat niet doet. Ja, als Vrouwtje 2 net bukt om de bal op te rapen, dan vindt Ami het reuze leuk om net iets sneller te zijn en de bal een meter verder weer neer te laten vallen. Heel soms krijgt Ami de kolder in d’r kop. Als ze als een koningin gepoedeld heeft in het laagstaande watertje, rent ze als een malloot het water uit, door de zandbak heen en weer, en neemt vier keer het veld als een sprinter die eindelijk echt los mag. Je zal ons niet gelukkiger zien dan op dat soort momenten. Alhoewel, dat is niet helemaal waar. Als ik naast Ami op de bank zit en zij haar pootje om mijn arm slaat omdat ik door moet gaan met kriebelen… Misschien is dat wel het ultieme geluk.
Twee oude zielen en zoals een ander Japans spreekwoord zegt:
er zijn geen oude baasjes, er zijn slechts jonge vrouwen.
(Dit had toch beste een spreekwoord kunnen zijn?)