Gisteravond een afspraak met E. die mij vorige week verraste met een telefoontje. Na hoeveel jaar? Gisteren bedachten we dat het minstens twintig jaar moest zijn. Toen was zij nog met dingetje en ik met dingetje. Van te voren bedenk je wel hoe het zal zijn, waar ga je de draad weer oppakken en welke draad? Als ze als een verzopen kat door de ontzettende regenbui naar me toe komt lopen is het direct goed. En na een poosje vertellen en praten we over ons leven. Mooi, hoe soms dingen vanzelf gaan. E. heeft niet stil gezeten. Ik ook niet, dus we kunnen nog wat uren door. Ons gesprek gaat ook over het contact met jezelf verliezen of juist weer terug vinden. Ontdekken wat jij eigenlijk zelf wil en daarnaar luisteren. Dat lukt mij vaak ook nog slecht.
Ik lees net in een mail van een andere vriendin de volgende quote: (Carmiggelt)
Hebt u dat gevoel nu ook, dat er iemand bij u inwoont aan wie u nog nooit behoorlijk bent voorgesteld?
Is dat mooi? Stel je voor dat je aan jezelf wordt voorgesteld, wie ben je dan, wat heb je dan te vertellen? Misschien moet je eerst wel gaan zoeken naar het juiste huis, de bel, de sleutel. De quote is afkomstig van een site met informatie over Schrijven vanuit het hart.
Dat komt wel heel dichtbij.