We rijden in Zuid Limburg onderweg naar Niet Belangrijk. De zon schijnt. Vriendin pakt mijn hand en ik voel me gelukkig zonder ‘maar’. Ik weet niet wat de trigger is, misschien wel dat geluksmoment, want ik merk dat ik wacht op ‘iets’ dat niet komt. Ineens ben ik jaren terug in mijn ‘oude’ leven. Een leven van angsten en depressies. Een leven dat lang heeft geduurd. Waar zoveel geluksmomenten waren maar waar ik ze niet kon grijpen. Waar altijd de donkerte mij terug trok, de diepte in. No matter what. Dat was het erge, het deed er allemaal niet toe. Waar ik ook was of heen ging, het monster reisde mee. In de zon, in de liefde, in de prachtige natuur, in de veelbelovende ontmoetingen. Alles was er toen ook, maar ik was er niet.
Het is niet zomaar voorbij gegaan. Therapeuten bij de vleet, armen om in te schuilen en duizenden euro’s ‘red-mij-kosten’. Veel geleerd, soms meer dan mij lief was maar uiteindelijk was het dat, samen met een simpel medicijn, dat mij beter maakte.
Beter maken, is relatief, dat weet ik.
Waarom ik hier met mijn billen bloot ga? Dankbaarheid. Dat wij hier rijden, dat ik me gelukkig voel en dat ik heimelijk wacht op de klap op mijn kop en het mes in mijn hart. Dat niet komt. En dat blijft wennen.
3 reacties
Blij voor jou, blij voor jullie!
Groeten, ook aan Vriendin, van Annelies
Goed om te lezen Anja!
En is het toch nog eens nodig die armen? Ze zullen er altijd zijn. x
Wie is ‘someone’? In ieder geval een lieve reactie!