Gisteren waren bij op bezoek bij J. en E. Zij hebben een jonge bouvier, Frouke. Ami lag de hele weg onbekommerd te dromen op de achterbank, zich nergens van bewust. Na aankomst hebben we de honden eerst elkaar laten besnuffelen en na de voorstelronde mochten ze het huis betreden.
Ami heeft een neus, een goede neus. Direct duikt ze onder kastjes en banken om vergeten snoepjes op te sporen en ze geeft niet op voordat een volwassen mens zich met kreun en gesteun naast haar heeft gevleid om haar te helpen met deze zoektocht. Frouke wilde spelen natuurlijk maar Ami is kampioen in negeren. Ze schud haar kont en kop om gewoon haar eigen weg te gaan. En sta je in de weg, dat gaat ze gewoon over je heen.
Als we later buiten wandelen, de honden los, doet Frouke meerdere pogingen om Ami in haar spel te betrekken. Maar als een pedante dame gaat Ami opnieuw haar eigen weg. J. zegt: ‘Stel dat honden nu ook gedrag zouden hebben dat wij hebben. Dat Ami nu stiekem over haar rug naar achteren kijkt om te zien of haar gedrag werkt. Dat Ami denkt, ik speel hard to get, eens kijken hoe graag je mij werkelijk wil.’
Het mooie met dieren, met honden in dit geval, is dat dat werkelijk niet zo is. Ze hebben geen gedrag uit andere motieven dan gewoon gedragen zoals zij zich gedragen. Er zit geen spel achter, geen dubbele bodem, geen moraal, geen verraad, geen complotten. Ze zijn wel slim, ze leren hoe ze zich moeten gedragen om iets voor elkaar te krijgen maar dat heeft vooral met onze zwakheden te maken. Zij denken daar niet over na, ze hebben geleerd dat iets werkt en daarom doen ze dat.
Ik vind het een verademing om een hond te zien zoals het is. Zichzelf. Ami is geen knuffeldier en dat kunnen we er ook niet van maken en dat is maar goed ook. Want te veel knuffels gaan mij ook op de zenuwen werken. We kunnen veel leren van dieren en dat doe ik ook. En ik vind het leuk om mensengedrag toe te schrijven aan een hond. Vooral omdat mensengedrag zo bekrompen kan zijn dat je er eindelijk eens om kan lachen.