Gisteren in de trein naar Pfonzheim stapt een familie in. Onze monden vallen nog net niet open maar we kijken, kijken.
Vader mist drie tanden, hij heeft zijn werkkleding nog aan van de vuilophaaldienst, een wit vale pet op, een dikke bril waarachter dikke opgezette ogen, die links en rechts tegelijk kijken. Zijn vrouw is dik. Punt. Vettig zwart lang haar ligt op haar schouders te liggen om opgehaald te worden, ook zij draagt een bril en heeft dezelfde ogen als de man. Het zouden net zo goed broer en zus kunnen zijn. Er zijn twee dochters, ongeveer veertien en achtien jaar. Beiden dik, brildragend en dezelfde ogen als vader, moeder, broer, zus? Ze loensen allebei, zijn veel te dik en door het dun gedragen t-shirt heen zie je een brede bh die alles nog enigszins bijelkaar houdt. Een meisje trekt elke keer haar neus op en lijkt zo wel erg op een mopshondje dat zijn leven lang is volgestouwd met verkeerd eten. Ze wrijft elke keer met haar mouw langs haar neus. Soms staan ze ineens beiden op om vader te knuffelen. Links en rechts hangen ze om hem heen. De vader zegt geen woord. Moeder lacht. Zij draagt geen bh omdat ze echt in die maat niet te krijgen zijn. Als de familie beweegt, bijvoorbeeld een arm opheft dan zweeft er een onaangename geur onze kant op. Maar ja, we kunnen kiezen, weggaan of het toneelstuk blijven volgen. Er is een jongen bij van een jaar of twintig. Brildragend, een scheve mond. Af en toe kriebelt hij de hand van het oudste meisje maar hij lijkt ook bij moeder in de smaak te vallen. Zijn oude spijkerbroek hangt vormloos over zijn kromme benen. Dan zit er een bank verder een jongere jongen. Misschien veertien. Oh, weer die bril en die ogen maar ook een enorme triestheid. Zijn vaalgele t-shirt bungelt om zijn magere lichaam. Hij beweegt continue zijn benen heen en weer en probeert te begrijpen waar zijn familie het over heeft. Soms zie ik een vage glimlach maar die blijft hangen in een treurige poging. Hij staart naar buiten en lijkt leeg te zijn van binnen en van buiten.
Bij een halte staat ineens de oudere jongen op en stapt uit. Er wordt geen woord gewisseld. Iedereen blijft kijken in de folders die ze meegenomen hebben. Niemand kijkt hem na of zwaait. Hij verdwijnt gewoon. De moeder staat op en kust lang en innig haar man/broer? op de lippen. Door haar beweging van ziten naar staan komt een nog sterkere geur onze kant op. Dit is teveel. We staan op en lopen naar achteren.
Wat is dit? Is iedereen broer en zus van elkaar, wie is van wie, wie hoort bij wie. Ze houden wel van elkaar, dat is duidelijk. Misschien hebben ze dat ooit teveel gedaan.
Happy family
vorige blog