Heel soms betrap ik me op de gedachte ‘had ik maar of was ik maar’. Bijvoorbeeld: was ik veertig jaar later geboren, dan had ik nu in een damesvoetbalteam gezeten en een hele goede voetballer geworden.
Of, was ik toch maar naar de academie voor dramatische expressie gegaan in plaats van te luisteren naar mijn ouders die bang waren dat ik dan direct verslaafd zou raken aan alle mogelijke slechte dingen (wat waarschijnlijk ook gebeurd zou zijn).
En dan zijn er nog dingen die niet met leeftijd te maken hebben of het jaar waarin je geboren wordt maar met karaktereigenschappen of uiterlijkheden. Wat als ik meer lef had gehad en niet zo onzeker over allerlei dingen? Of gewoon hetero was geweest, kinderen had gekregen en voorleesmoeder?
Gelukkig kan ik mezelf dan ook direct tot de orde roepen. Want wat een mazzel heb ik dat ik geboren ben in het jaar dat dat gebeurde. En hoe maakbaar is je leven! Wat een kansen krijg je nog ook als je misschien een keer een verkeerde keuze hebt gemaakt. Dat je dan nog steeds kunt worden wat je wilt, dat je opnieuw verliefd wordt en kan houden van iemand, dat je steeds weer nieuwe mensen ontmoet en nieuwe vriendschappen zich ontwikkelen, dat er achter elke gesloten deur, weer deuren opengaan.
Dus ik stop met had ik maar en was ik maar.
Maar ik was echt een hele goede voetballer geworden.
Dat wil ik wel even gezegd hebben.