Heimelijk heb ik iets met volkszangers. Ik zing rustig mee met Hazes en word vaak geraakt door de melodie. Een mooi levenslied, een smartlap: heerlijk.
Gisteravond gingen we naar de cd-presentatie van Mario Mulder, een Haagse jongen met een vriendelijke kop en een Hazes-achtige stem. Via via via hebben we een band met deze zanger dus kochten we kaartjes voor het Teejater in Naaldwijk. Wij waren met z’n vieren. Zwager H. heeft niets maar dan ook niets met dit genre muziek dus we maakten ons van te voren een beetje zenuwachtig. Hoe zou hij zich houden tijdens het volksvermaak? H. deed zijn best, ik zag zelfs af en toe zijn lippen mee bewegen met een tekst. Om nu te zeggen dat hij uit zijn dak ging gaat ver, maar het dakraampje ging open.
We werden verrast door volkszangers uit Den Haag en omstreken. Eerlijk gezegd hadden we na vier zangers het wel een beetje gehad. We hebben het nummer ‘Dansen op de maan’ dus ook niet gehoord maar dat komt ongetwijfeld nog wel. Wat hadden die zangers gemeen? Ze kunnen in ieder geval echt zingen en hard. De teksten zijn wat je mag verwachten die momenten dat je het verstaat.
Het publiek bestaat uit veel Hagenezen. Kale koppen, stoere mannen, geblondeerde vrouwen met zware make-up, gezichten waarop het leven te lezen staat. Ze zingen mee, de armen in de lucht, een pilsje in de hand, en gaan met die banaan. Wij staan als buitenstaanders tegen de muur geleund. En ergens voel ik een spijt. Een spijt dat ik er niet bij kan horen want die wereld is zo gek nog niet. De eenheid, het samen-zijn straalt er van af.
Mijn opa en oma woonden vroeger in de Jacob Marisstraat. Meer Schilderwijks bestaat bijna niet. Daar is mijn moeder groot gebracht. Boven mijn opa en oma woonden mijn tante met haar gezin. We kwamen er regelmatig. Dus voor hetzelfde haagse geld waren wij daar ook thuis geweest en gebleven. Had ik misschien ook wel de microfoon gepakt om mijn levenslied te zingen. Maar het ging anders. Deze mensen ontroeren me, de zangers ontroeren met hun veel te grote broeken en de grote gebaren waarmee ze proberen te dansen. Voor mij staat een dikke jonge man de hele avond met ogen dicht alle teksten mee te zingen. Elke keer een nieuwe pils in zijn hand. Bij een nummer over de liefde pakt hij zijn dikke vriendin eens stevig vast en drukt haar tegen hem aan. Zij wil niet. Hij doet zijn ogen open en lacht. Vanavond is alles goed.
We gaan met oren die suizen van het geluidsgeweld. En ik hoop dat Mario Mulder het gaat maken. Hij is leuk.