Die ene opvallende, geel gouden smiley, kan symbool staat voor de gouden plak. Al die andere ‘lachebekkies’ staan symbool voor zilver, brons en al die andere kleuren die het niet geworden zijn. De Olympische Spelen. Een rollercoaster van emoties op het allerhoogste en allerdiepste niveau.
Mark Cavendish die gewoon een andere wielrenner van de baan rijdt, bewust en gericht op wraak en waarvan geen jurylid durft te zeggen: ‘over en uit gekke Brit’. Een sportman onwaardig. Dan laat je je zien van je allerslechtste kant.
Die opvallende geel gouden smiley kan ook staan voor de atleet die blij is mee te doen. Want kan je niet winnen, dat kan er slechts één en een beetje atleet weet tot welke categorie hij behoort, is blij om mee te doen. Zoals die dikke gewichtheffer die neerstort bij zijn eerste poging maar daarna schaterend en heupwiegend het podium verlaat. Hij was erbij.
Of toch goud voor Epke. Hij valt. Bovenop zijn gezicht. Hij blijft even liggen en heel Nederland ligt even met hem op de mat. Maar wat ben je goud waard als je dan zo knap de pers te woord staat en je verlies neemt. En ‘goud’ staat ook even voor de goednieuwsshow van al die Nederlanders die het flikken, onverwacht of verwacht. En natuurlijk is er rot nieuws maar voor het eerst sinds tijden kijk ik ’s ochtends niet of er aanslagen zijn geweest maar lees ik wie gewonnen heeft. De laatste tijd is er zoveel verloren dat het fijn is dat er even een adempauze is. Tenminste, dat we kunnen doen alsof dat er is.