‘Glazenwasser, ben je wel helemaal bij je lekkere Haagse waterhoofd om op zaterdagochtend zeven uur, met je kolossale schoenmaat 57 over onze uitbouw te banjeren?’
‘Glazenwasser, ik weet niet wat jij gisteravond hebt gedaan, lag je misschien wel op tijd in je bedje, want voor jou geen weekend en dacht je ‘kom laten we lekker vroeg beginnen vandaag, zijn we weer op tijd bij het vrouwtje’.
Komt er uit het niets van heel hoog een ladder naar beneden gezakt voor de grote schuifpui van onze woonkamer. Kan de glazenwasser, omdat ik deze week de binnenkant heb gedaan, ineens vrij bij mij naar binnen kijken en ontwaart mij ook zittend op de bank met mijn haren alle kanten op en zwaait naar me. Mijn God, hij zwaait naar me.
Ami vindt het ook maar niets. Dat laat ze merken ook. En samen met gestamp, geschuifel, gepraat, gedoe en gedender, laat Ami horen hoe een Shiba jankt. Zo dus.
Wij zijn wakker.