Gelukkig heeft ‘ie zijn neus nog

Hond Bas is doof en heeft staar. Ik weet niet of hij er last van heeft. Wij wel. Van dat doof zijn dan. Roepen, waarschuwen, liefdevol toespreken: het heeft eigenlijk geen zin meer. Dat weerhoudt ons er niet van om toch ons hele levensverhaal, dag in dag uit, met hem te delen.

Doof zijn heeft ook voordelen. Hond is bang voor vuurwerk. Hij hoort het niet meer. Een duizendklapper onder zijn achterpoot? Hij kwispelt vrolijk verder. Het aller, allergrootste voordeel is dat ik stiekem naar de koelkast kan sluipen om een plakje kaas of worst te nemen. Hij hoort het gepiep van de deur niet, het openscheuren van het plastic zakje. Heerlijk. Tot dat..
Hij door heeft dat hij een neus bezit met bovenmenselijke kwaliteiten. Dat plakje kaas zonder een bedelende hond naast me? Vergeet het maar. Voorbeeld: Hond slaapt. Ik controleer dat. Hond slaapt echt. Ik sluit nog steeds uit gewoonte naar de koelkast en pak een plakje hele jonge kaas. Ik likkebaard nog net niet. Ik loop langs het slapende monster en ga zo’n meter of vijf bij hem vandaan zitten en neem een overheerlijk, klein hapje.
De neus van hond beweegt heel licht heen en weer. Een oog gaat lodderig open, het tweede oog volgt. Zijn neus gaat de lucht in en hij snuft met de neus omhoog terwijl hij zijn kop alle kanten op beweegt. Hij gaat uit de mand, volgt zijn neus naar waar het maar naar toe wil en heeft ineens de bron van lekkere luchten ontdekt. Hij huppelt nog net niet maar je ziet aan hem dat hij gewonnen heeft als hij naast mij plaats neemt. Dat heeft hij ook. Mijn plakje kaas verdwijnt in ons beider bekken. Maar eerlijk is eerlijk, hij heeft het meer verdiend.

Laat een reactie achter

Deel dit met jouw vrienden