Gisteravond deed ik mee aan een smoothieworkshop. Een groene, wel te verstaan. Want kom niet aan met vruchtensmoothies, die zijn lekker, of bevroren aardbeien met joghurt, dat begrijp ik. Grappig om te zien hoe een groep vrouwen, die echt uit vrije wil aan tafel was geschoven, daar toch met enige scepsis zaten. De kleur, de groene gezonde kleur, de ingrediënten die op tafel lagen, de boerenkool, de spinazie, gember. Yammie.
Een enthousiaste B. was er niet bang voor. Ze ging voortvarend van slag. En, na het eerste rondje slokjes nippen, bleef het gruwelmoment uit.
En hoewel bijna allemaal dezelfde kleur, er zat wel degelijk verschil in. Ik werd zowaar enthousiast want waar is het allemaal niet goed voor? Gezonde huid, haren, organen, een bloedsuikerspiegel die in balans blijft, leren om naar je lichaam te luisteren. B. won het bij mij toen ze zei dat als onze overgrootmoeders hier nu een avondje aanwezig konden zijn, zij alleen maar zouden denken: ‘wat is hier bijzonder aan, behalve dat jullie het vermalen. Wij aten niet anders dan gezond.’ En dat is zo, wat zouden zij denken van alle voorgefabriceerde producten met teveel suikers en zouten en enge e-dingen.
Eerlijk is eerlijk, na vier super gezonde met kokosvet gefabriceerde sapjes vroeg ik me toch af of er ook een slok wodka in kon. Maar ik ging optimistisch naar huis. Fruit kon ook gewoon uit de diepvries, groente eventueel ook. Dat maakt het al wat overzichtelijker. Met een gezonde gloed op mijn gezicht liep ik de woonkamer in waar Vriendin zich tegoed deed aan verboden vruchten. Ze vroeg nog net wel hoe het was geweest maar veel aansporing was er niet. Ik begrijp het wel. De laatste kuur die wij deden was niet echt een aanrader. Maar ik ga het toch doen. Ik ga er mee beginnen. Want slecht kan het nooit zijn. Ook weer een nieuw werkwoord geleerd trouwens.
Ik blender
Jij blendert
wij hebben geblenderd
wij zullen blenderen.