Vriendin en ik hebben geen kinderen. Persoonlijk vind ik dat geen heel groot drama, het leven is anders gelopen. Pas op het moment dat ik dacht toch wel de eigenschappen te hebben om een ‘goede’ moeder te kunnen worden, was die tijd passé.
Gisteren was ik op de verjaardag van mijn grootste, kleine achternicht. Achternicht… dat zegt al genoeg, de dochter van mijn neef dus. Zeven jaar wordt ze en met grote, verwachtingsvolle ogen doet ze de deur open. Stralend, zoals dat hoort op je eigen verjaardag. Ze is zo echt jarig, met een Frozen taart, speciaal voor haar gemaakt. Haar kleinere zusje straalt net zo, want zij is trots op haar grote zus. In het voorbij gaan zie ik hoe ze enthousiast haar armen om de jarige slaat. Een en al geluk. Wij, volwassenen, hebben ons langs de rand van de woonkamer gedrappeerd zodat er flink wat ruimte is voor de kinderen om hun feestje te vieren. Er komen meer (achter)nichtjes en -neefjes binnen. Ik kan niet ophouden met kijken naar ze en genieten. En heel even voel ik iets triestigs. Benijd ik die zussen van me die kunnen ‘oma-ën’.
Ik besef hoe waardevol het is om kinderen en kleinkinderen te hebben maar ook hoe groot de verantwoordelijkheid is om er mooie mensen van te maken. Zou ik die druk aangekund hebben? En wanneer ben je geslaagd als ouder? En wat als het mis gaat?
Ik leef maar een beetje mijn leven. Zo goed en zo kwaad als het gaat en meestal is dat heel goed. Te goed misschien. Ik geloof dat inhoud aan je leven geven soms makkelijker wordt en vanzelfsprekend ontstaat, als er kinderen zijn. En misschien zou dat niet mogen en moet je het allemaal uit jezelf kunnen halen… als ik mijn eigen geluk voel als ik een van de kleintjes op mag tillen en mag knuffelen, dan zegt dat genoeg. Ook dat ik daar heel dankbaar voor ben.