Tijdens het optreden afgelopen zondag vallen me wat dames op. ‘Geboren zeikerds’ zou ik het willen noemen en hoewel het woord niet echt damesachtig is, is het gedrag het wel. Je zou er bijna een profielschets op los kunnen laten. Ze zijn goed gebekt met zuinige mondjes. De lippen hangen in maanstand naar beneden en dat kan alleen zo blijven staan als je heel lang geoefend hebt. Hun ogen schieten schichterig heen en weer op zoek naar FOUTEN. Ze kijken zuinigjes de andere bezoekers aan, taxeren de welstand, het vermogen om weerstand te bieden en hebben een neus waarmee ze luidruchtig kunnen snuiven. Ze zoeken medestanders in hun kijk op de wereld en herkennen feilloos dezelfde mimiek in de ander.
Ze krijgen een middag waarin ze in de watten worden gelegd. Ze eten koekjes en taartjes, drinken thee en koffie, wijn en jus d’orange, ze worden vermaakt met muziek, met gedichten en verhalen. Ze roepen dat de thee op is, dat de thee heet is, dat het koud is of warm, dat het te lang duurt, te snel gaat, dat het te laat is of veel te vroeg. Ze braken in hun bejaarde mutserigheid nog wat lelijkheid er uit en staan volgende keer weer in de rij om mee te doen.
Zeiken duurt het langst.
1 reactie
Hun aanwezigheid is toch ergens goed voor; om een mooi onderwerp neer te pennen! :-), Oh nee…:-(