Ik schrijf al een paar dagen over rassendiscriminatie in de wereld. Door de rellen in Charlottesville, door de woede van Nina Simone. Gisteren zag ik de documentaire over haar leven en het zien van die beelden maakte mij stil. Stil uit onmacht en woede.
Het is zo makkelijk om als blanke vrouw, uit een land waar alles kan en mag, te roepen hoe lelijk de wereld is. Om je zelf er buiten te zetten en te wijzen naar anderen. Maar ik besef heel goed dat het ook bij mij begint. Hoe breed is mijn wereld en mijn leefomgeving?
Gesprek
Nog niet zo lang geleden sprak ik een Marokkaanse vrouw. Zij luisterde met twinkelende oogjes naar het liefdesverhaal van Vriendin en van mij. Onze ontmoeting, onze heilige overtuiging dat het zo had moeten zijn. Ze was zo blij voor ons en met een ondeugende blik in haar ogen stelde zij vragen die velen hadden willen stellen. Ik was verrast door haar reactie want eerlijk gezegd had ik deze open houding over ‘andere’ relaties, niet verwacht. Gebaseerd op niets eigenlijk maar wel een aanname die heel fout was. Een pijnlijke constatering om mijzelf ineens te zien in het licht van ‘iedereen is van de wereld en de wereld is van iedereen’.
Leren
Als je zelf iets niet kent is het moeilijk om een ander echt te zien. Je kunt niet verplaatsen in een moeder die haar kind verliest, als je zelf geen kind verloren hebt. Ik kan me niet verplaatsen in een man of vrouw die omwille van een huidskleur gedegradeerd wordt tot tweedehandsburger. Het is niet alleen het niet kunnen: ik mag me niet verplaatsen want dat recht heb ik niet. Die pijn ken ik niet, die vernedering heb ik nooit gevoeld.
Ik kan me ook niet verplaatsen in die witte mannen en vrouwen die schreeuwen dat alleen zij er toe doen. Ik kan er met mijn boerenverstand niet bij dat de kleur van je huid bepalend is voor welvaart en geluk. Dat we nu met z’n allen weer kijken naar beelden van haat en waanzin, beelden die we jaren geleden ook zagen en veroordeelden. Wat geeft jou het recht om jezelf groter te maken dan je bent?
Kleine man
Het doet me denken aan een kleine man die altijd op zijn tenen liep. Om groter te lijken. Om niet te voelen hoe klein hij werkelijk is. Al die arrogante blanke koppen van jonge mannen die schreeuwen dat de wereld van hen is. Zaadjes van haat die geplant zijn in de ontvankelijke hoofdjes van baby’s overal in de wereld.
Daar begint het en daar moet het ophouden.
Nina Simone spuwt bijna haar woede en haat uit naar haar publiek. Ze zingt een lied en zegt: ‘dit lied is alleen voor de 300 donkere mensen in deze zaal’. Maar als je haar verhaal hoort dan begrijp je dat zij alle recht had om ‘ons’ uit te sluiten.
Luister naar ‘Missisippie god dam.
3 reacties
Heel goed dat je hier zoveel aandacht aan besteedt. Het is helaas zo nodig. Ik probeer hier ook heel duidelijk in te zijn. Geen enkel excuus voor discriminatie.
Kippenvel na het lezen van je blog
Dank je wel. 🙂