Op facebook krijg ik een melding van een vrouw die de zus is van E.
E heeft bij mij op de lagere school gezeten. De zus en ik mailen heen en weer. Leuk. Vaag herinner ik me E. wel. Een leuk type, sportief volgens mij. Mijn zus zegt later, een jongensachtig meisje.
E. ik weet niet of je dit leest en erg vindt maar we zijn gewoon aan het graven in dikke brijen verleden.
Ik was wel een jongensachtig meisje.
Via jouw zus hoor ik dat je herinneringen ophaalt en het hebt over de ‘boeren’ waarmee wij verkeerden. Ineens ben ik er mee bezig, met die jaren, zie ik gezichten, hoor ik namen. De boeren… waren tuinderjongens. Waar we echt verkering mee hadden ook. Wat heet echt? We zoenden in de kassen, daar bleef het bij, we dachten niet eens verder op die leeftijd. Ik herinner me dat we op de fiets naar het Westland reden en een plekje zochten in een of andere kas. Vast van de ouders van Henkie of Arnold.
Ik was met Henkie. Henkie was een schoffie, een leuk schoffie, een smerig bekkie dat altijd op ondeugend stond. Toen we honderd dagen met elkaar gingen kreeg ik een stenen hertje van hem. Om de nek van het hertje zat een goudkleurig kettinkje met daaraan twee baby-hertjes. Was dat lief of niet? Hij had het gestolen, dat wist ik maar hij had het gestolen met het hart op de goede plaats. Denkend aan zijn meisje…
Wat was ik trots. Honderd dagen verkering en dan zo’n cadeau!
We hebben het nu over de zesde klas lagere school, dat zou nu groep 8 zijn. Wat hadden wij het druk met verkering hebben zeg. En allemaal heel open en vriendelijk. Ergens in een kelder met vijf stelletjes die allemaal ergens lagen te zoenen. En halverwege ruilen. Geen punt. De meisjes onderhandelden en de jongens vonden het best. Gek genoeg was er nooit iemand bij die we niet wilden. Het maakte eigenlijk niet zo heel veel uit.
En hoe losgeslagen dit misschien wel mag klinken… als ik hoor dat vriendinnen van nu helemaal deze ervaringen niet hebben… het was onschuldiger dan de onschuld zelf. Het was lief. Zo herinner ik me dat één jongen gepest werd omdat ‘ie homo was. We namen het voor hem op. Het was helemaal niet erg om homo te zijn. Misschien was dat mijn vooruitziende blik waarmee ik mezelf voorbereidde op een leven van ‘anders zijn’. Maar eerlijk gezegd wisten we helemaal niet wat homo was. Mijn oudere zus zei wel dat je niet meer gearmd met je vriendinnetjes over het schoolplein moest lopen. Dat was heel erg fout om te doen. Dan was je lesbi.
Ik weet dat er ik nu ‘facebookvrienden’ ben met een jongen uit die tijd. Ik ben zo benieuwd wat hij zich herinnert. Volgens mij was hij ook bij deze ‘ontmoetingen’.
Er was één jongen die eigenlijk de coolste was ooit. Fransje. Hij was mooi, had lang krullend bruin haar, was zeer geliefd, gewoon een lekker ding. Ik heb het gewaagd hem een keer mee te vragen naar een van de feestjes die we hadden. En hij ging. Hij wilde met mij mee. Een fantastisch avond was het.
Tot we gingen ruilen.
3 reacties
Heel herkenbaar!! Ik was ook bij die ontmoetingen en dat was spannend!! In de weekenden sliep ik bij Henk. mooie tijd!!!!
Ik, de zus van het “niet gearmd lopen met je vriendinnetje want dan ben je lesbi”, herinner me die tijd ook (bij flarden) nog heel goed. De wijsheid van deze opmerking kwam van mijn vriendinnetje die mij verontwaardigd wegduwde toen ik haar een arm wilde geven. De dag daarvoor kon het nog wel gewoon! Dit soort ervaringen hakte er net zo in als de mededeling dat Sinterklaas niet bestond.
Wij, volgend jaar 50 jaar getrouwd, denken bij zo’n leuke herinnering door jou opgehaald terug aan vroeger. Wat waren we toen onnozel. Maar de spanning, de nieuwsgierigheid, de onwetendheid, het ontdekken, heerlijk! Gelukkig hadden we toen nog geen internet.