We zijn met een grote groep op ons dertiende familieweekend alweer. Toen waren de neven en nichten nog kinderen van hun papa’s en mama’s? Nu zijn het papa’s en mama’s. Toen was het weekend voor de ‘groten’, nu zijn de dagen voor de kleintjes en de nachten voor de groten. Elke eerste nacht lijkt het feest niet op te kunnen. Elke tweede nacht stort iedereen in en gaat het lichtje gemeenschappelijk uit.
Aan de ontbijttafel praten we over die arme nichten en neven die met huilende en of misselijke kroost de nacht door moeten komen. Moe en lichtelijk gesloopt zitten ze aan het ontbijt. De ‘groten’ kijken elkaar meewarig en toch met iets van een opluchting aan. Die tijd ligt zo achter ze!
We bereiden de neven en nichten voor op de familieweekenden die nog zullen komen. Hopelijk zo lang mogelijk samen in goede gezondheid. En met de ervaring die neven en nichten opdoen met luiers en snottebellen, met ruzies en smijtende kinderen wanen wij ons in een voorbereide wereld. Want over een aantal jaar kunnen ze ons beluieren en bemoederen. Zijn de huizen aangepast aan de groep die dan het meest hulpbehoevend is.
Toch iets zegt mij, dat ‘ze’ er niet op zitten te wachten. Maar ach, dan huren we de zorgers in!