D. vierde zijn verjaardag. Acht jaar. Een feestje waard want dit was al zijn tweede verjaardag die niet door kon gaan in verband met Corona. Mijn nichtje had voor hem een ‘drive-through’ georganiseerd. Op vastgelegde tijden zouden familie en vrienden langsrijden met natuurlijk een cadeautje voor de jarige!
Vriendin en ik besloten om ook te gaan. Best spannend vond ik het om van de partij te zijn. De eerste keer sinds mijn ziek-zijn dat ik weer ‘live’ familieleden zou zien.
Als we aan komen rijden zie ik vanuit de verte een groepje mensen staan. Terwijl we naderen krijgt het groepje een gezicht. Meer neven en nichten die vrolijk bijeen staan en hun kinderen die een en al vrolijkheid uitstralen. Ik was er niet op voorbereid. Niet voorbereid op de explosie bijna aan emoties. Het volle leven zien. Mijn familie zien. Misschien erger nog: zij die mij gaan zien als ‘zieke’.
Ik word overvallen door de tranen, de behoefte om te knuffelen, om handen vast te pakken. Vriendin stapt alleen uit en zoekt de jarige op. Geen goed plan om hem te confronteren met een huilende (oud)tante, hij zal blijer zijn met de dinosaurus uit een ei. Vanuit de auto geef ik elleboogjes aan de volwassenen.
Wat overblijft aan dit bezoek is dat enorm grote gevoel van ‘familie’. De warmte voor de club waar ik toe behoor. Voor het leven ook, het lachen en plezier hebben samen. Zoals ik al eerder heb gemerkt, er vallen onbelangrijke dingen weg in relaties en de essentie wordt steeds duidelijker. Liefde.
Ondanks of misschien wel dankzij het verdriet ervaar ik dit als een cadeau.
1 reactie
Heerlijk zo’n liefdevol vangnet.