We zijn met drie zussen een weekend weg. Twee van ons zijn inmiddels zelf oma naast het moederschap dat zij al jaren met liefde met zich mee dragen. De ouders zijn er niet meer. Te jong, beide waren 74, gestorven.
Je kan ons dus met een gerust hart heel erg volwassen noemen. Dat zijn wij ook. Ons laatste zussenweekend dateert van zo’n zeven jaar geleden toen onze moeder nog leefde. Hoe anders waren de gesprekken toen, hoe boos en verontwaardigd, hoe bezorgd en onwetend.
Natuurlijk praten we dit weekend tot in de late nachtelijke uren over wat we delen met elkaar. Herinneringen worden opgehaald. We zijn milder in wat we vinden want we komen er steeds vaker achter dat we zelf een verantwoordelijkheid hebben gehad in hoe we waren in dat gezin van ons.
Eén ding ervaren we allemaal hetzelfde. We hebben een goede en leuke jeugd gehad. Er was niet veel geld maar er was wel van alles. We hebben nooit het gevoel gehad dat het ons aan iets ontbrak. Er was liefde en zorg. Er waren ouders die veel van elkaar hielden, er werd gelachen, op vakantie gegaan, genoten van kleine dingen.
Het enige dat ontbrak was vertrouwen in het leven en in jezelf om het leven zelf richting te kunnen geven.
Ergens op die weg van onze ouders is er iets niet goed gegaan en wij weten niet wanneer en waar dat was. Waar wij onze ouders verloren aan zichzelf, aan een donkere treurigheid, aan ziekte en zorg en gevoelens van niet meer mee tellen. We spreken onze vermoedens uit en spreken elkaar tegen. We hebben zo ons eigen verhaal en herinnering aan ‘vroeger’ en er is geen waarheid. We kunnen het hen ook niet meer vragen en als dat wel kon, dan zou het ook alleen maar hun waarheid zijn. En het liefst zou ik geloven in die hemel en me voorstellen hoe ze daar samen volkomen gelukkig en los van alle mitsen en maren een fantastisch hiernamaals beleven.
En dan zou ik dat gesprek willen voeren met elkaar, het hele gezin, zonder schuld, zonder grootheid of kleinheid, zonder miezerige gevoelens als jaloezie en afgunst, zonder angst. Maar ik realiseer me dat ik, om zo’n gesprek te voeren ook nog zo veel moet leren. Luisteren bijvoorbeeld en innemen en weten dat de liefde niet minder wordt als ieder zijn of haar waarheid uitspreekt. Dat de liefde blijft.
Oprecht zeiden wij dit weekend tegen elkaar, dat we elkaars beste vriendinnen zijn. Hoe rijk en dankbaar kun je zijn? En hoe omarm je de rol die onze ouders daarin hebben gespeeld? Ik voel een beetje verdriet en dankbaarheid.