Gisteravond was ik op een ‘familie’feestje. Mijn tante vierde haar 75ste verjaardagen en haar twee zonen hun vijftigste. Na het overlijden van mijn ouders is het contact met de familie bijna weg. Geen verhalen meer, geen roddels.
Dus lopen zussen en ik wat onwennig de zaal binnen. Wie is van ‘ons’?
We zoenen tantes en ooms, neven en nichten. We geven handjes aan kinderen van nichten en neven. De muziek is hard en er is veel meer publiek dan alleen maar familie. We hebben geen tijd of ruimte om echt contact te hebben met elkaar maar ik kan ze wel zien en gadeslaan. Mijn familie. Wat is er van iedereen geworden, wie zijn ze geworden, zijn ze gelukkig, hebben ze het goed?
Zomaar wat vragen. Familie is een vreemd gegeven. Verbonden door een opa en oma. Door zussen en broers. Groot geworden in gezinnen die eenzelfde levensweg bewandelden. Wat zijn er al veel weggevallen en wat zijn er veel bijgekomen. Zomaar de helft zou familie kunnen zijn en ik weet het niet.
Bloedbanden vertroebelen ook.