Ik heb serieuze exen. Ik bedoel, ex-partners die echt partners waren voor lange tijd. Met sommigen heb ik nog goed contact, met anderen helemaal niet. Het ‘helemaal niet’ heeft een reden. Het was te pijnlijk, het afscheid. Teveel littekens.
Het klinkt bijna treurig als je het over ‘exen’ hebt zeker als het er mee dan twee zijn. Omringd door mensen die het al hun hele leven met elkaar uithouden en waarbij de liefde nog dagelijks voelbaar is, ging het bij mij anders. Toch is het voor mij niet treurig maar eerder iets om dankbaar voor te zijn. Dankbaar dat er elke weer weer iemand op je pad komt met wie je samen kan en wil zijn.
Huis weg, ex weg
Via via kom ik te weten dat het huis waarin ik jaren samenwoonde is verkocht door de partner van toen. Het huis is weg en de partner van toen vertrokken. Ik merk dat ik door het nieuws vaker terugdenk aan die jaren. Mij niet meer kan herinneren hoe het huis er uitzag, waar de keuken was en hoeveel kamers we hadden. Maar erger nog, de herinnering aan een relatie die bijna zestien jaar duurde, is verdwenen. Alsof er een streep is gehaald door een tijdzone, een verduistering van gevoelens, van een leven bijna. Ik vind het bijna beangstigend dat ik niet meer terug kan halen hoe ‘samen’ toen was. Wat we deden, wie we waren.
Ik herinner me wel pijn en tranen en moeizaamheid. Maar het dagelijkse leven toen… alsof het niet bestaan heeft. Ik herinner me een ontmoeting met deze partner, onverwacht in een schouwburg. Hoe we elkaar groeten met een hoofdknikje en ik niets meer voel dan verbijstering over de vervreemding. Hoe een ‘wij’ plotseling verdwenen is. Dat je niet meer weet hoe je sprak met elkaar, lachte, leefde.
Of die keer toen de man met wie ik jaren woonde, aanbelde en mij een serie fotoalbums van toen overhandigde. Hoe hij onwennig binnenloopt en ik naar een gezicht kijk dat ik zo goed kende maar waar ik op dat moment bijna wanhopig zoek naar herkenning, erkenning misschien wel. Dat we echt geweest zijn. Ik herinner me dat ik de albums weggegooid heb omdat de plaatjes getuigen van vals geluk. Een relatie in de prullenbak.
Die relaties lijken op een goed boek dat je gelezen hebt maar waarvan je tot je grote schaamte niet meer weet hoe het nu precies zat. Wie was de dader en waarom, wie was slachtoffer en waarom en leefden ze daarna nog lang en gelukkig al of niet met elkaar?
Wrang is dat ik zelf de schrijver bent van dat boek.
Verlangen
Ik heb een onrealistisch verlangen naar perfecte slotscènes. Naar uitpraten, navoelen, vergeven, opnieuw beginnen. Een kinderlijk verlangen naar een happy end. Een film of boek met een happy end vind ik daarentegen bijna onverdraagzaam. Misschien wel omdat ik dan pas echt kan huilen.