En morgen… gezond weer op

slapenVroegah… was daar Sonja Barend. Die haar programma altijd afsloot met: ‘Lekker slapen en morgen… gezond weer op’. Meer dan ooit heb ik behoefte aan lekker slapen en gezond weer op. Ik strompel de laatste dagen wat door het huis en zolang ik niet meer doe dan dat is het dus nog wel te doen. Maar twee slechte knieën is vele keren erger dan eentje. Weet ik nu. Maar wat stel ik me aan, we hebben het hier over knieën.

Deze instabiele fysieke toestand maakt wel dat ik me helemaal wat instabiel voel. Heen en weer geslingerd tussen weten en niet willen-weten. Hoeveel slecht nieuws kunnen we verdragen met z’n allen, hoeveel verdriet?
Weer een moeder overleden, weer een afscheid. Weer een kanker-bericht. En ik luister naar het verhaal over een vrouw, over een meisje, een tante, een nicht, een kind, een collega. Maar ik wil niet meer luisteren, ik wil niet meer horen. Ik stop mijn vingers in mijn oren en zing: nanananana. Ik ben daar slecht in want ook al wil ik het niet horen, het nieuws weet zich toch wel door mijn ogenschijnlijk stevig gesloten omheining heen te dringen.

Maar ik zou willen dat er weer iemand elke week zegt: ‘ga maar lekker slapen en morgen, gezond weer op’. Niet tegen mij maar tegen hem en haar. Tegen die moeder, de dochter, de opa, de neef. En lukt dat niet, dat gezonde weer op, dan hoop ik dat er oprechte armen zijn.

Eerst wilde ik schrijven dat ik zou willen dat ik met een toverstokje het verdriet weg kon toveren maar dat is het niet. Verdriet is niet erg. Erg is als je altijd alleen bent met je verdriet. Dus ik tover een warme borst. Een strelende, steunende hand. En open hart. Ik tover een stilte die te dragen is. Een stem die troost door alleen maar heel zachtjes jouw naam te zingen. Ik tover een medemens.

Laat een reactie achter

Deel dit met jouw vrienden