We verblijven in een familiehotel in Valkenburg. Simpel, eenvoudig, betaalbaar. Lovende kritieken op internet.
Als we ons melden sloft van achteren een kleine man onze kant op. Kalend, tenger, spreekt hij met een hele zachte stem zonder enige intonatie. Door zijn Limburgse accent en de stilte in het hotel en in de man voel ik me alsof we op de set stappen van een oud Hollandse klucht.
Verhaal
Hij draait zijn verhaal af zoals hij dat al honderd jaar doet. Elke mogelijke vraag die we zouden hebben is als antwoord verwerkt in de monoloog. Het verhaal van de twee sleutels legt hij twee keer uit. Een sleutel voor de kamer en een sleutel voor de buitendeur. Of we dat begrijpen? We knikken. “Wificode is straatnaam”, gaat hij verder. “Kleintjes, nergens grote letters, ook niet de eerste”.
Parkeren
Hij wijst ons hoe te rijden om op de parkeerplaats te komen. Als we ons vijf minuten later melden vanaf de achterkant van het hotel, is hij lichtelijk verbaasd: “U heeft het gevonden?” Er klinkt bewondering door in zijn stem.
Rustig avondje
We gaan ergens eten en rijden nog even langs het hotel omdat ik iets vergeten ben. We parkeren aan de voorkant. Als het belletje klinkt dat onze entree verklapt, is de man er weer. Als een popup-mannetje uit een opengeslagen boek.
“U gaat van achteren weg, u komt van voren weer binnen’ mompelt hij. Zoiets heeft hij nog niet eerder meegemaakt. Hij wenst ons een rustige avond en welterusten. Ik zeg dat we nog weggaan. De man kijkt verbouwereerd en is van slag. “U zei toch net dat u al gegeten heeft, dus ik dacht ….”.
Als we na middernacht via de achteringang naar binnen gaan met de tweede sleutel, komt hij aangeschoven. ‘U gaat van voren weg en komt van achter binnen. Zeker om het huis gelopen.’ Hij verwacht geen antwoord, hij zoekt het zelf al jaren uit. We wensen hem een goede nacht. Als twee ondeugende kinderen glippen we onze kamer binnen. En nu gaan we ontbijten. Wat een spanning.
1 reactie
Ik ga onmiddellijk boeken…