Een mannenhuishouden: daar hebben we een beeld van. In het algemeen kijken we daar ietwat meewarig bij, een blik van ‘ach, dat begrijpen we wel’. Een rommelig huis, afwas van een week, weinig sfeer, praktisch, geen ‘zomaar-dingetjes’ in de vensterbank. Ik weet het, volledig eendimensionaal bekeken maar daar gaat dit stukje ook niet over. Een vrouwenhuishouden is ook iets aparts.
Wel sfeer, wel opgeruimd, geen afwas van een week. Maar dan. Er is iets kapot. Zo gaat ongeveer de communicatie.
‘De lampjes in de tuin doen het niet meer’.
De ander:
‘Nee’.
Of
‘De sleutel is afgebroken in de tuindeur’
De ander
‘Ja’.
We zoeken een klusjesman die al die stille wenken begrijpt. Begrijpt dat er een vervolg moet komen op de, best wel, goede constateringen die we doen. Iemand?