Over het Coronavirus kan ik natuurlijk helemaal niets toevoegen bij alles wat er wordt gezegd. Behalve dan misschien dat deze stille oorlog mij nederig maakt.
Nederig omdat we een keer de wereld niet naar onze hand kunnen zetten. Een lesje in wachten en hopen.
Ik wist het zelf ook niet echt goed dus heb het opgezocht: een virus is een superklein organisme (alleen onder de microscoop zichtbaar) dat zich in levende cellen kan vermenigvuldigen. Ze hebben die andere cel nodig om te kunnen leven (dat is ook direct een verschil met een bacterie).
Geen grenzen
Er zijn geen grenzen voor het Coronavirus, ieder mens, iedere kleur, iedere religie, ieder land, ieder mens: arm of rijk, jong of oud, man of vrouw. Iedereen met een lichaam waar grenzen niet bewaakt (kunnen) worden. Het is een sluipmoordenaar op zoek naar leven. En we staan even machteloos. We wijzen naar regeringen, naar God, naar ziekenhuizen en wetenschappers. We roepen ‘help’.
We hebben nu even niets aan links of rechts. Mocht het echt uit de hand lopen dan vervallen plotseling alle dingen die we in het gewone leven zo belangrijk vinden. Alsof je na de dood van een geliefde naar andere mensen kijkt en denkt: ‘waar zijn jullie helemaal mee bezig?’
Het besef dat we weerloos zijn en de wereld niet totaal maakbaar is, zet mij in ieder geval even op mijn plaats.