Het vliegtuig is niet helemaal vol zodat alle stellen per twee naast elkaar kunnen zitten zonder lastige pottenkijkers er naast. Zo ook het echtpaar achter mij.
Zij is veelvuldig aan het woord. Hij antwoordt soms met ‘hmm’ en ‘ja’ of ‘nee’. Dan zegt zij: ‘Ik heb eens zitten denken, je verjaardag, die moet je nu wel vieren, we zijn gewoon thuis, dus tja…’
De man zegt niets.
Zij: ‘Ik dacht als we nu Hennie en Ton, Marja en Henk en Ina en Leo. Gewoon klein. Doen we gelijk Marleen en Maria, zijn we daar ook weer voor een tijd vanaf. Ik maak pasta, gewoon simpel, klein, wat denk je?’
De man zucht. ‘Kan dat niet later, als we thuis zijn’.
De vrouw heeft nog veel meer argumenten. Ik val in slaap.
Even later word ik wakker.
De vrouw zegt zachtjes: ‘Ik vind het heel vervelend dat je zo bot doet. Je kan toch ook gewoon lief reageren, ik doe het voor jou!’
De man: ‘Ik zit met mijn hoofd nog op Kreta, jij bent met mijn verjaardag bezig, dat is over twee maanden, kan toch nog wel even wachten?’
De vrouw vindt van niet. Je kan het maar beter gepland hebben. En het is toch leuk, je verjaardag een keertje vieren?
De man vindt van niet. Hij houdt er niet van. Dat weet ze toch.
De vakantie is voorbij.
1 reactie
Zo’n man heeft nooit vakantie.