Ik ga lunchen met twee vriendinnen op Kijkduin. Het is er gezellig druk met kraampjes en veel, heel veel mensen. We pakken de eerste strandtent op het strand en dat blijkt een goede keuze. We hebben elkaar twee maanden niet gezien en K. vertelt hoe, op een afschuwelijke manier, een goede vriendin van haar, uit het leven is gestapt. Ze vertelt en vertelt en vertelt. Onder haar zonnebril door rollen tranen en wij slikken de onze weg.
Als iemand uit het leven stapt, dan stapt hij of zij ook heel veel andere levens uit. Als door een bom verwoest ligt een vriendschap in stukken op straat, ligt een gezin uiteengereten, blijven mensen achter met honderdduizend vragen, terug te leiden naar vaak maar twee: waarom en had ik niet…
Er schijnt een droeve zon op onze tafel. We bestellen een salade, een glas witte wijn en we klinken op het leven. De stemmen van blije mensen om ons heen, kinderen die spelen in het zand, de drukte van mensen die genieten. En we weten het niet. We weten niet welk leed zich achter hun glazen wijn afspeelt. We weten niet wat er in die stralende zon wordt weggelachen, wordt achter gelaten of los gelaten.
Bij het afscheid omhelzen we elkaar. ‘Kom veilig terug’, zegt K, want we gaan allemaal op vakantie. En ik denk, hoeveel mensen zouden dat niet willen zeggen?
‘Kom terug’.
2 reacties
Prachtig, Anja. Irene
Snif, vanuit de file… Xxx A