Vanmiddag, met een vriendin, bespreek ik naar aanleiding van mijn Prematorium (zie eerder bericht), het feit dat we niet al te complimenteus zijn aangelegd.
‘Wij’ zijn ‘wij mensen’, ‘wij Nederlanders’.
I. vertelt dat een schoonzusje een In Memoriam had geschreven voor haar nog levende zus met de woorden: ‘dan hoor je nu al hoe fantastisch ik je vind en waar ik zo van genoten heb’.
Het is toch raar dat we voor mooie woorden moeten wachten tot we doodstil liggen. Geen weerwoord kunnen geven. Alleen maar Ja en Amen.
Waarom? Misschien juist wel daarom, dat je er niets aan kan verbinden, dat je vooral geen conclusies aan het gezegde moet verbinden. ‘Ik heb wel gezegd dat je een mooi mens bent maar dat betekent heus niet dat jij geen fouten hebt.’
Het gezegde ‘iemand de hemel in prijzen’ komt zo wel heel dichtbij de waarheid.
Laten we het omdraaien. Laten we vanaf nu, gemeend, iemand de aarde in prijzen. Zodat die persoon, met beide voeten op de aarde, zich geliefd weet in het besef niet perfect te (hoeven) zijn.
2 reacties
Ben het er helemaal mee eens, laten we elkaar vaker vertellen wat we van elkaar vinden, inclusief big hugs enzo…Niet wachten tot we koud zijn en denken, “had ik dat nog maar eens gezegd”. Life is to short… X
An, ik vind je een geweldige vrouw, een lieve vriendin en een geweldig goed schrijfster. Ik geniet van je verhalen en hoop nog heel lang bevriend met je te blijven.
Neem deze complimenten maar gewoon in ontvangst; ik heb ze met liefde gegeven!!