Ik gun jullie een kijkje in onze koelkast en hopelijk zie je wat ik zie. Groenten, groenten en fruit. Veel te veel voor het weekje dat voor ons ligt.
Ik moet afvallen. Het moet gewoon. Elk gewoon mens begint dan aan een dieet, ik pak drie boeken tegelijk. Weightwatchers, Sonja en het koolhydratenarm-dieet. Ik zoek me gek naar recepten en bestel. Het wordt gebracht door AH bij wie we een flinke rekening kunnen voldoen want dat is het gekke en treurige van aan je lijn doen: de rekening wordt alleen maar voller.
Alleen de aanblik al van al dat voedsel geeft een goed gevoel. Voor heel even. Want wat gaan we er mee doen en erger, waar zijn die recepten waar ik mijn lijstje op gebaseerd had? Niet alleen in die drie boeken maar waarschijnlijk heb ik links en rechts ook gegoogled en me geïnspireerd gevoeld. Zo meen ik me iets te herinneren van een schuim omelet met groenten… (we hebben ook 48 eieren). Maar als ik zoek kom ik voornamelijk zoetigheden tegen. Toch die omelet gemaakt, op eigen houtje en eerlijk gezegd, het zag er uit alsof ik in een kookprogramma stond en de winnaar was geworden. We hebben gesmikkeld. Om later terug te lezen dat het gerecht voor vier personen bedoeld was.
Als we later op een terras aan een glaasje Pino Grigio zitten laten we stoer de bitterballen aan ons voorbij gaan en we krijgen het echt voor elkaar om daar dan wat treurig van te worden.
Het roer(ei) moet om
Dit gaat het niet worden. Nog twee maanden voor een vakantie waarin ik er uit wil zien als het jaar daarvoor, ook te dik maar niet zo dik als nu.
Zou dit werken? Ik zoek uit wat ik dagelijks wil eten en drinken, reken het aantal calorieën uit en betaal mijn rekening dan met ‘bewegen’. Ik weet niet of ik de nachten dan nog slapend doorbreng maar het moet ergens vandaan komen.
Niet uit mijn koelkast vrees ik.