Ik kijk graag naar voetbal en hoewel ‘wij’ niet meedoen aan de EK 2016, volg ik de wedstrijden. Heel vaak zie je dan iemand scoren en dan gaan ze met z’n allen uit hun dak. Het team, de trainer, het publiek, het volk thuis. Hoe gaaf moet zo’n gevoel zijn, dat jij de winnaar bent, de verlosser, de held!
Gisteren speelde Polen tegen Portugal. Polen scoort in de tweede minuut. Hoe cool is dat? Heel cool maar je realiseert je dat er nog 88 minuten te spelen zijn. Maar stel, de stand blijft zoals het is. Dan blijf je voor altijd de held. De man die het mogelijk heeft gemaakt om verder te komen of om kampioen te worden. Jouw goal zal de rest van het jaar terugkomen in herhalingen van memorabele sportmomenten. Je naam wordt gescandeerd, je blijft een grootheid voor de rest van je leven.
Maar stel, in minuut 3, scoort Portugal. Een lullig doelpuntje, een gelukje, een mazzelgoal. Weg faam. Weg knap doelpunt. Jouw euforie duurde dan precies 60 seconden en voelt daarna als een misplaatste grap, een fout, iets om je bijna over te schamen.
Polen verloor. Na een verlenging werden er penalty’s genomen en de Polen miste één keer het doel. En dan kan je als speler een hele goede wedstrijd hebben gespeeld maar het schieten van die bal in de handen van de keeper, blijft je achtervolgen.
In sport blijft winnen een relatief begrip want hoe lang duurt winnen? En waarom kijken wij er zo graag naar en laten we ons meevoeren door emoties die eigenlijk nergens over gaan? Want ook al win je, ook al verlies je, een dag later draait ook jouw wereld weer door. Gewoon.