Er zijn vrouwtjes- en mannetjesmuggen. De gewoonste zaak van de wereld totdat je het dan ineens weer bewust wordt.
De vrouwtjesmug fladdert wat hulpeloos met haar tere vleugeltjes, de trilling veroorzaakt een hoog, zoet geluidje. Ze zegt: “help, ik weet niet meer zo goed hoe ik moet vliegen, dom hè?”
Ze slaat haar transparante vleugeltje voor haar zuigmondje.
Hulp is onderweg. In formatie komen de mannetjesmuggen aangevlogen. Met een trage vleugelslag en een instemmend laag gezoem.
“Rustig maar schatje, wij komen er aan”.
Ze slaan elkaar op het harige ruggetje, kijk ze nou toch die arme vrouwtjes.
“Hier, spring maar op mijn rug, wij leren het jullie wel weer”, zeggen ze grootmoedig.
De vrouwtjesmug springt er bovenop, doelgericht en met een nauwelijks zichtbaar glimlachje om de mond.
2 reacties
Leuk verhaal, Anja.
Wat een lief verhaaltje. Je zou bijna vergeten dat die rottige vrouwtjesmuggen bijten en de mannetjesmuggen niet.