Vriendin heeft zich verslapen op een moment dat dat helemaal niet kan. Ze heeft precies tien minuten om alles te doen wat nodig is om de dag redelijk verzorgd te beginnen. Het uitlaatrondje met Bas schiet er nu bij in. Dat is echt nog nooit gebeurd. Toen Vriendin en Hond nog een eenzaam bestaan leidden, ging hij ‘no matter what’ uit. Dan maar nog later op het werk, zal Vriendin gedacht hebben, maar de plas van Bas, gaat voor.
Nu ben ik een redelijk alternatief.
Maar dat heeft Hond nog niet door. Vriendin kiept de fruitmand leeg in haar werktas, propt een banaan tussen de kiezen, slingert de werktas om de tengere schouders en stiert het huis uit. Uit pure gewoonte huppelt Basje haar (ongelijnd) achterna. Dat gaat al zijn hele leven zo. Maar hij wordt vriendelijk doch beslist het huis weer in geduwd en de deur sluit. Nog nooit heb ik een staart zo van optimaal hoog naar optimaal laag zien gaan. Als er een wedstrijd was van ‘staarten laten zakken’, dan had Bas gewonnen. Bedremmeld staart hij naar de dichte deur en kijkt mij aan met een blik van ‘nou moe’.
Uit pure frustratie loopt hij de trap op en springt op zijn kussen. Dan maar slapen. Tot hij zich realiseert dat zijn hondenblaas nog niet geleegd is. Dus, hup, toch maar naar beneden. Als ik hem wenk om de ronde alsnog te doen lijkt het even of hij twijfelt.
Vermoedelijk denkt hij: ‘bekijk jij het nou ook maar’ , maar de Plas van Bas is sterker. Zo lopen we beiden, onwennig, buiten in het park. En nu…. slaapt hij heerlijk zijn normale slaapje van, zeg zo’n uur of vier’. Welterusten Basje.