Het meisje bij de apotheek staart naar mijn recept, kijkt dan naar mij. Ik pak met twee handen mijn gezicht vast en trek de huid strak naar achteren maar ze trapt er niet in. Ze kijkt vragend naar haar oudere collega en mompelt “dit is toch anti-conceptie”?
De oudere dame beaamt het en kijkt glimlachend naar mij. “Ook tegen overgangsklachten. Helaas mevrouw, wij hebben het niet in voorraad, dat wordt nog een nachtje uitzweten.”
De pil. Hoe blij was ik toen ik jaren geleden kon stoppen met de pil omdat de volgende partner nu eenmaal niet van het mannelijk geslacht was. De opluchting herinnner ik me nu nog terwijl ik niet echt last had van bijwerkingen maar elke dag zo’n ding, op dezelfde tijd en iets met hormonen die kunstmatig worden aangevoerd. Weg ermee.
De overgang
Zo totaal niet sexy om over te schrijven en eigenlijk zo totaal idioot want het is er, het doet wat met je en het duurt ook wel even. In mijn geval tot de dood ons scheidt, ben ik bang. Na eerst wat jaren flierefluitend door de overgang te gaan kreeg ik plots al die dingen die erbij horen. Mijn hart gaat tekeer als een gek, op mijn kruintje kan je in geval van opvliegers een eitje bakken en houd je je koude handen tien centimeter boven mijn hoofd dan brand je je fikken.
Als je googelt word je niet blij. Er zijn vrouwen die hun levenlang last blijven houden van overgangsklachten. Het zal eens normaal gaan bij mij. De huisarts raadt mij aan om voor een half jaar de pil te slikken. Bijna gedachteloos slik ik het ding met mijn andere ‘vitaminen’. Na een paar dagen voel ik al wat vervelende bijwerkingen. En weer denk ik, ‘weg ermee’.
Pilletjes, ze doen iets met je. Maar van de ene pil merk je hoegenaamd niets, terwijl bij de andere pil je lichaam alarm slaat. Ik twijfel of ik zal doorgaan ermee. Ik zie op de achterkant dat er dagen staan zodat je niet per ongeluk een dag kan overslaan. Dat is het enige voordeel nu. Een dagje geen pil betekent helemaal niets. En het vuur in mij vlamt nog steeds.