Last mij een maand alleen maar doorbrengen in de subways in NY. Het leven onder de grond is een bizarre en wat een prachtige observaties kan je maken. Er is weinig te zien vanuit de rijdende ’trein’ want pikkedonker om je heen, dus iedereen creëert zijn of haar eigen leven. Met earphones op. Jong en oud beweegt mee met de eigen muziek. Sommige slapen bijna, anderen maken tegelijk het huiswerk. Opvallend veel schrijvende mensen, met een ouderwetse pen. Leunend tegen de paal nog snel iets afmaken. Een dikke jongen die twee zitplaatsen inneemt, eet op zijn gemak zijn Indische afhaalmaaltijd op. Een jonge zwarte moeder zit naast haar drie schattige kinderen. De oudste dochter probeert zeker vijf minuten contact met haar te maken maar moeder blijft stoïcijns met haar telefoon spelen. Een hele dikke dame blijkt naast haar ook een kind te hebben zitten. Haar kind. Onwillekeurig komen er beelden op je netvlies van hoe zij met dat gigantische lijf heeft liggen te bevallen. Dat moet dus kunnen.
Weet je wat heel erg is? Dikke, vette, witte mannen. Dan bedoel ik niet ‘blank’ maar ranzig wit. Weke lichaamsdelen die over elkaar gedrapeerd lijken. Hompige armen en zwabberwangen en dan zo’n rechthoekige kop met, jawel, een basebal-pet er op. Twee afgebroken ondertanden en minuscule kraaloogjes.
Als dat de laatste man op aarde was, dan zou ‘ie dat ook blijven. For sure.
De onderwereld
vorige blog