Camping en caravan. Ik heb er zo mijn eigen ervaringen mee en word nu regelmatig overvallen door flashbacks die ik kan missen als kiespijn.
Een relatie moet caravanproof zijn en dat betekent nogal wat. Er zijn twee momenten waar het om gaat: de aankomst en het vertrek. Met een zittend publiek om je heen wil je de perfecte caravanshow geven: het perfecte koppel dat met minimale aanwijzingen aan elkaar en in volledige harmonie, de klus klaart.
Mannenwerk, vrouwenwerk
Hoe geemancipeerd ook tegenwoordig, ik heb nog nooit de man de gordijntjes zien ophangen terwijl de vrouw de electriciteitkabel uitrolt en aansluit. Of de vrouw het toilet zien legen terwijl de man de voortent aanveegt. Ik heb op die momenten ook wel eens een man gewenst. Want twee vrouwen met een caravan, dat is andere koek.
Afspraken
Caravankoppels maken van te voren afspraken met elkaar om vooral niet schreeuwend en meppend op die fijne camping te kijk te staan.
1 We schreeuwen niet
2 We blijven lachen
3 Je roept ‘kom maar’ als de ander achteruit rijdend zo dicht mogelijk de dissel van de caravan probeer te benaderen.
4 Je geeft met je hand aan ‘links’ of ‘rechts’ en geeft het bekende stopteken als er geremd met worden.
5 We doen allebei alsof alles gesmeerd gaat. We lachen zelfs op een afgesproken teken.
Deal.
Schattig
Bij ons vertrek afgelopen maandag van de ene camping naar de andere, zijn we getuige van het huzarenstukje van Zwager en Zus. Zij zegt ‘kom maar, kom maar, kom maar’.
Hij rijdt naar achteren. Alles gaat precies goed. Binnen no time hangt hun huis aan de wagen. Zwager stapt uit en ontvangt de high five van zijn vrouw.
Zij: Je kwam echt zo mooi precies op het midden afrijden. Goed hoor.’
Hij: Maar jij gaf het ook heel goed aan’. Hij kust haar.
Pas als ze zien dat wij lachend op het gras rollen beseffen ze dat het toneelstukje iets te ver is doorgevoerd en rollen ze, beschaamd, mee.