Het kan niet anders of ik heb er eerder over geschreven. Het hebben, nee, bezitten, van smetteloze, onberoerde, onbeschreven schriften. Laat ik nu bij mijn afscheid twee van de mooiste exemplaren krijgen van dierbare collega’s en let op de titel van het blauw-groene schrift. ‘One line a day’. Hoezo voor mij gemaakt?
Hier word ik zo gelukkig van. Maar geluk kent ook een andere kant. Want zodra ze in gebruik zijn verliest het z’n onschuld. Net zoals bij mensen eigenlijk. Het pure van een begin. Er is een mooi begrip voor ‘onbeschreven blad. De filosoof Locke noemde dat ‘tabula rasa‘. Iets dat of iemand die, nog niet is beïnvloed door indrukken van buitenaf.
En houd dat dan maar eens zo. Houd een kind maar onbeschadigd of als het dan toch ergens schade oploopt laat het dan schade zijn waar hij wijzer en sterker van wordt.
Dus ik kan me voornemen om alleen maar mooie dingen te schrijven in het schrift maar ik weet ook dat het niet zal lukken. Schrijven met een pen lijkt na al mijn getik op toetsenborden nergens meer naar dus alleen mijn handschrift al zal zeer doen aan de aanblik. Oké, het hoeft dus niet mooi of groots te zijn als het maar ergens toe leidt. Daar kan ik mee leven. Voorlopig laat ik de schriften staan op een plek waar ik ze kan zien. Want een illusie mag echt wel even bestaan.