We hadden de eerste officiële steenlegging van ons nieuwe appartement. Met een feestelijke bijeenkomst. Een Rijswijkse wethouder, wat bobo’s en de mogelijkheid om de nieuwe buren te ontmoeten. De zon scheen, de lucht was blauw en steigers blijven steigers.
We wandelen naar ‘ons’ gebouw en ontwaren iets wat ons terras zou kunnen worden. Zien dingen die andere mensen al lang op tekeningen hadden gezien en ik maak me zorgen. Het lijkt veel kleiner dan ik van te voren had gedacht. Bij wat onze balkondeur zal moeten worden zie ik een splinter zonneschijn. ‘Als we aan de deurpost hangen, pikken we nog wat zon mee’, zeg ik optimistisch tegen Vriendin.
Wethouder
De wethouder houdt een praatje en onthult een oude steen die in de nieuwe muur is gemetseld. Een oudere heer naast me bromt ‘eindelijk een ambtenaar die iets doet voor zijn geld’. Ik kijk de man aan. Zou zomaar de voorzitter van de VVE kunnen worden. Dat type. ‘Eén voordeel’, gaat de man verder, ‘zolang hij hier is, kan ‘ie geen foute beslissingen nemen’.
Ik hoop alleen maar dat deze mijnheer een andere sticker krijgt opgeplakt later. Aan de stickers zullen we elkaar herkennen is ons immers beloofd.
Oppepper
In de Rijswijkse Schouwburg vertelt de wethouder verder. Dat deze schitterende appartementen zijn bedoeld als oppepper voor de wijk. Hij kijkt rond en zegt blij te zijn met ‘de grote verscheidenheid aan bewoners’. Ik zie het niet. Vijfennegentig procent van de bewoners is blank en vijftig plus. Er is slechts één homostel te ontwaren: yes.
Buren
We ontmoeten onze buren. De blauwe stickertjes drijven ons in de armen van bouwnummers die grenzen aan de onze. Leuke buren, leuke gesprekken, nu al, we zijn blij. Een vrouw kijkt zorgelijk. Het huis wordt eerder opgeleverd dan ze gehoopt had. Ze is nog niet toe aan afscheid nemen van de oude woning. Wij delen onze zorgen en krijgen bijna medelijden met elkaar. Zielige mensen zijn we, die gedwongen werden hun heerlijke huis met tuin op het zuiden te verkopen, die van de hele dag zon naar een halve dag zon gaan, van drie etages naar slechts één.
Als ik hardop zeg dat we ons moeten schamen lachen we. We proosten op de toekomst, een nieuwe plek om te wonen en ik kan eerlijk zeggen, na een stuk of achttien keer verhuisd te zijn, dat het altijd goed zal komen. Het huis moet alleen nog gaan lijken op het plaatje van de verkoopbrochure.
En de rest is aan ons. Wij zijn het huis.
1 reactie
Zo is dat!