Gisteren was ik aanwezig bij een herdenkingsbijeenkomst voorafgaand aan een crematie. De moeder van iemand die mij zeer na aan het hart ligt, was overleden. Veel meer dan aanwezig zijn kan je dan niet doen. De begraafplaats/crematorium is een bekende plaats voor mij. Ik ben er de laatste jaren vaker geweest dan mij lief is. Mijn beide ouders liggen er begraven en dat zijn er dan nog maar twee uit een lijst van familieleden die zijn overleden. Dus het is altijd weer vreemd bekend om daar te zijn.
Iedereen zal herkennen dat je weinig nodig hebt om mee te huilen met de nabestaanden. Zeker als het iemand is die je dat verdriet bespaard had gewenst. We hebben het niet voor het kiezen.
Op de eerste rij voor mij zitten vier mensen. Twee oudere ouders en twee mannen, waarschijnlijk zonen. Een zoon is anders. Met mijn leken-verstand kan ik natuurlijk niet zeggen hoe anders, maar het feit is er.
Hij vraagt tijdens een lied aan zijn vader: ‘wie is dat ook al weer’. ‘Elton John’, fluistert zijn vader. Hij knikt instemmend.
Hij beweegt continue van voren naar achter. Een beeld dat in de stilte en onbewegelijkheid van een afscheid, direct opvalt. Hij moet bewegen, dat is zijn aard. Er is gelukkig ook niemand die hem dat belet.
Je zou je kunnen ergeren aan die beweging omdat het een rust verstoort. Tegelijkertijd brengt het ook alles weer in proportie terug. Het leven gaat door, de beweging gaat door. In mijn verdriet en mee-gevoel ervaar ik een geruststellend gevoel bij het kijken naar het heen en weer bewegen. Alsof ik mee bewogen wordt, gewiegd in een geruststellende cadans die mij zo goed doet. Zo bewogen worden, zo in jezelf zijn. Hij had voor mij nog uren door mogen gaan.
4 reacties
Ik lees je beleving en kan niet goed verwoorden hoe ontroerend ik dit vind.
Prachtige observatie van een droevige gebeurtenis!
wat shrijf je toch mooi Anja. x
Jeetje wat mooi An, dankjewel.