Bij ons mini-appartementje hoort een schoonmaak-mevrouw. Een echte. Ik had haar bijna afgezegd want wat valt er schoon te maken in onze kamer waar we elkaar alleen kunnen passeren door ons aan de verkeersregels te houden?
Ze is stipt op tijd. Klop op de deur. Als ik open doe staat er een ferme dame voor de deur. Eentje van aanpakken zeg maar. Gewapend met emmers, dweilen en plastic tassen met van alles aan schoonmaakmateriaal monstert ze de kamer. ‘Zo, ik ga even lekker aan de gang’.
Sorry voor de rommel
Ik bied mijn excuses aan voor de rommel en zeg haar dat ze er maar omheen moet zuigen en dweilen. ‘Welnee, meid’, zegt ze, ‘ik pak alles gewoon even op hoor’. Ze loopt naar de slaapkamer, gooit deuren en ramen open en haalt in één keer het overtrek van het bed. ‘Zo, even lekker luchten’. Ze knuffelt Ami en Ami vertrouwt haar volledig. Ik ook. Als ik even weg moet zegt ze ‘laat haar maar hier hoor, gezellig’.
Als je nu eens…
Als ik terugkom zegt ze: ‘ik dacht als je nu eens datteme en ditteme, dan kun je daar je spullen kwijt. Ze wijst en heeft het allemaal op een rijtje. Ik werp een blik in de slaapkamer en daar ligt fris en fruitig ons bed te wachten op de avond. Glad getrokken zoals ik nooit voor elkaar zou krijgen. De vloer blinkt me tegemoet en de hele kamer oogt alsof er visite langs gaat komen.
Ieder zijn vak
Ik besef opnieuw dat schoonmaken een vak is. Organiseren, overzicht houden, prioriteiten stellen en aanpakken. Kwaliteiten die ik en Vriendin missen. Mijn moeder kon dat ook en ik heb het weleens vervloekt als ik als kind thuiskwam en alles overhoop stond voor de wekelijkse grote schoonmaak. Haar linnenkast was van binnen mooier dan van buiten. Bij ons kan je beter de deur dicht laten en zit het ‘plaatje’ vooral aan de buitenkant.
Als we hier weggaan ga ik onderhandelen met de eigenaar.
Ik wil haar hebben.
1 reactie
Heel prettig!