Ik moest een dagje ziekenhuizen deze week. Een dag vol gepland met afspraken en vooral heel veel wachten. Wachten schept een band, ik ga er langzaam bij horen en zie dingen die je normaal niet ziet. De vrouwen achter de receptie bijvoorbeeld, gaan leuk met elkaar om. En patiënten zijn er in alle vormen en maten. Ook hele vervelende.
De balie is rechts voor keel-, neus- een oorproblemen, de balie links voor alle vormen van neurologie. Niet één bezoeker staat in de goede rij. De dames kunnen het eigenlijk van te voren al zeggen: ‘u moet een rijtje opschuiven’.
Je wordt geacht een ticket te scannen voordat je naar binnen gaat. Op dat ticket staat de wachtkamer waar je plaats kan nemen. Een enkeling daargelaten volgt het protocol maar tachtig procent holt als een kip zonder kop naar binnen. ‘Mevrouw, waar moet ik zitten?’
Mevrouw blijft uiterst vriendelijk. Loopt desnoods mee, zo’n keer of twintig in de tijd dat ik er zat, om het te laten zien. ‘Dan weet u het voor een volgende keer’.
Die hebben we al gehad
Beide receptiedames hebben die ochtend een lastige patiënt. Die dingen willen die daar niet kunnen. Een mevrouw komt met een rekening die ze weigert te betalen. Maar, legt de blonde achter de balie uit, u moet echt bellen met de financiële afdeling. Het gesprek eindigt met een cliënt die boos wegloopt, samen met een ontstemde heer van balie 1. Ik hoor de vrouwen tegen elkaar zeggen: ‘nou, de lastige hebben we voor vandaag al gehad’. Ik hoop het voor ze, het is nog vroeg.
Voor in de wieg gelegd
Voor sommige beroepen moet je zijn geboren. Deze vrouwen zijn dat. Met een lolletje, een kwinkslag, soms serieus, dan weer meevoelend, elke patiënt krijgt waar die om vraagt, al weten sommige mensen dat niet: what goes around comes around.
Vrolijk
Er zijn ook patiënten die vrolijker zijn dan hun aanblik doet vermoeden. In een rolstoel, snakkend naar lucht maar met een vrolijke noot maken ze een entree. ‘Dat moppie, daar ben ik weer’. Moppie lacht naar hem.
Regelmatig komt er iemand bij mij langs. ‘Gaat het nog’, ‘Wilt u koffie’, ‘lange dag heh?’. Ik ben eigenlijk verbaasd over zoveel vriendelijkheid. Als ik even later mag vertrekken en naar buiten loop is het een drukte van belang. Busjes met ouderenvervoer, verzorgers met mensen in een rolstoel, gipsen armen en benen en natuurlijk de rokende patiënten die met hun laatste adem nog een trek nemen.
Voor mij liep de dag best wel goed af. Maar met het besef dat hoe ouder we worden, hoe vaker we op deze plek zullen verkeren, ga ik toch een beetje mistroostig weg. Maar ik heb ook lichtpuntjes gezien. De vele mensen die er werken.
1 reactie
Fijn om te lezen dat de dames achter de balie zo aardig en meelevend zijn. Dat is soms ook wel anders helaas. En zeker in ziekenhuizen vind ik een prettige houding erg belangrijk van de mensen die er werken.