In een interview, op de vraag of flierefluitende zondagskinderen, schrijvers kunnen zijn, antwoordt Palmen resoluut: citaat … Nee. Er moet iets mis zijn met het vermogen om bepaalde aspecten van het leven aan te kunnen…
Tot zover had ik makkelijk schrijver kunnen zijn. Dat vermogen heb ik ook (om iets niet aan te kunnen).
Ze legt uit: “de mesthoop van onvermogen waar ik nooit van afkom is dat ik iemand van weinigen ben. Dat ik me verschrikkelijk hecht aan één iemand. Die ene wordt allesbetekenend. Ik doe niet aan kleine liefdes, het moet groot Mijn hang naar symbiose is overheersend in mijn leven.’
Tot zover La Palmen.
Laat ik nou mijn hele leven bezig zijn geweest om juist te ontkomen aan de drang tot de perfecte symbiose. Heb ik me pijnlijk losgeworsteld, geschreeuwd, gesmeekt, gehuild en los gelaten. Het is gelukt, na jaren keihard schudden aan de boom van mijn leven.
En wie is er op het boekenbal?
5 reacties
Zeg tegen Palmen,dat ik ertoe bereid ben in platonische zin.
Ja
Dacht toch echt dat wij superieur waren aan vissen, maar geloof mij, er zijn vissen die alleen maar kunnen leven door de symbiose en er helemaal geen problemen mee hebben.
Wat zijn wij mensen toch een rare wezens.
Moet je eens proberen het woord ‘boekenbal’ mooi uit te spreken. Dat lukt toch niet? Boekenbal, boe-ken-bal…dat komt door het woordje bal, bah, geen bal aan.
Erg leuk stukje, Anja!
De vraag is of La Palmen die perfecte symbiose ook ècht gevonden heeft. Of is het de ‘hang naar’ die haar voortdrijft?