CategorieGedichten

  • Sta op tegen kanker

    Mijn moeder was zo moe en wij zo energiek kom op mam, vecht, kom op ze was zo moe toen ze uit haar bed getild werd brak haar bekken leukemie, zei de arts, maar behandelbaar. Kom op mam, vecht, kom op ze werd 74 in het ziekenhuis met toeters en ballonnen kom op mam, blaas, kom op ze zwaaide ons uit de telefoon…
  • Geluk

    Baarmoeder van geluk oplossen in kleuren ongrijpbaar gebeuren nooit meer alleen. Stralend licht van binnen steeds opnieuw beginnen nooit meer alleen. heldere momenten voor altijd lente nooit meer alleen. Toegeblazen lucht laten in een zucht en daarna gewoon weer alleen.
  • Gefopt in november

    de vogels hebben zich vergist bedrijven de liefde in de late lente fluiten het hoogste lied ook ik ontdoe me van mijn veren we begroeten elkaar met optimisme we zullen het nooit leren en zo wil ik leven in een lente die nog niet is maar wel gaat komen
  • Moeder

    Ze verdwijnt in woorden die rammelen in haar mond. De moeder van de aarde de adem van de klei waarin we staan. Van links naar rechts bewegen en niet vallen. Onze armen spreiden en vliegen. Kijk mam wat ik kan! Zij lacht. Zij weet dat jij kan vliegen. Maar in deze lege lucht is zij ook nog nooit geweest.
  • Noem me

    Noem me Wie word je als je naamloos bent gebleven als niemand wist van jou bestaan vanaf je ziel tot aan je dood, je hele leven nooit geroepen bent. Voorbij gegaan. Je naam is je gegeven wat letters op een rij gezet en jij, jij kan alleen maar leven en zorgen dat er op je wordt gelet Want wie je bent zo ga…
  • Moeder

    Er is een moeder in het huis ze huilt grote tranen die wij horen vallen en als we vragen wat er is dan zegt ze niets.
  • Dichter

    hoe slaapt een dichter als woorden stromen op elk in- en uit de dichter opschudden als een kussen in de morgen hoe slaapt een dichter ooit met zoveel oponthoud van tekens op een rij en soms een punt of niet en zeker weten wat niemand kan begrijpen
  • Stil leven

    vergroeid met zijn omgeving de eindjes aan elkaar geknoopt zijn hand onder het hoofd een rechterknie rustend op een linker van nonchalance was geen sprake het was gewoon de stoelpoot, leuning, arm, nek, een rug van dunne huid gemaakt, het bloemmotief beschadigd geen stoel meer geen plek om op te zitten behalve dan de eigen schoot
  • Dag.

    afscheid nemen we altijd weer opnieuw een echo van ingehouden tranen dat jij er niet meer bent maar waar dan wel? niet dichter bij kunnen komen dan die verdomde grens waar jij ophoudt en ik begin en eindig waar jij verder leeft op zoek naar een teken van gezien en gekend worden