Afgelopen week waren wij in Valkenburg. Onbewust van het feit dat carnaval er aan zat te komen. Maar de vlaggen met bekende kleuren, de maskers, de slingers, de muziek… alles wees er op. Toen wij donderdagmiddag alvast wilde reserveren voor het eten werden we meewarig aangekeken. ‘Vergeet het maar. Vanavond gaat het los, een soort pre-carnaval.’
Ergens buiten het centrum lukte het wel en we wandelden op ons gemak terug naar het hotel. Komen we vier verklede mannen tegen. Niet te missen, daarbij liep Prins Jeroen. Prins Jeroen nummer 1, dus dat beloofde wat. De man in ons gezelschap kon niet begrijpen dat een volwassen vent met zo’n hoed op liep en daar nog trots op was ook. En, eerlijk is eerlijk, ik kan H. ook niet serieus voor me zien als Prins H de eerste. Je beseft ineens dat wij uit ander hout gesneden zijn. Niet beter of minder maar anders.
’s Avonds, na het eten wagen we ons het centrum in waar hossende mensen staan te drinken en ‘carnaval vieren’. Zij kijken naar ons zo als wij naar hen. ‘Wat een vreemde mensen’. We drinken een pilsje mee, laten onze heupen wiegen maar er helemaal in komen doen we niet.
Er staat ook een groep ouderen in dezelfde zwarte nonnenkleding. Ze hebben het leuk. Er staat een klein blond vrouwtje tussen, ze lijkt echt op een mini-kaboutertje. Haar neuspuntje heeft ze wit gemaakt, ze draagt een muts en zwarte jurk en beweegt totaal tegen het ritme in mee. Als de groep heupwiegend door de knieën gaat, komt zij niet verder dan voorover te bukken. Ze zegt niets, ze zingt niet, ze is helemaal in haar eigen wereld en volgens mij is dat een mooie!
1 reactie
Prins Carnaval (Jeroen) komt als laatste binnen, mag niet (te veel) drinken en moet als eerste weer weg. En dan ook nog zonder onderbreking alaaf roepen en zo’n hoed op!
Serieus, H. heeft het goed gezien: niets om trots op te zijn. Ik begrijp het ook niet. Geen prins H.
Als klein blond vrouwtje kan ook niet, dat is wel jammer.